Oost-Brabant - Ineens van je bed gelicht
In de vroege ochtend van dinsdag 19 augustus ligt een jongeman van midden twintig nog te slapen. Hij woont thuis bij zijn ouders in Nijmegen. Gisterenavond had hij nog afgesproken met een aantal van zijn beste vrienden. Bijzonder was de avond niet; er werd wat gelachen en gedronken, maar ze zaten vooral op hun telefoon. Zijn MBO ICT opleiding heeft hij niet afgemaakt en hij werkt als uitzendkracht. Onwetend van wat hem te wachten staat, ligt hij nu nog te slapen. Wat zijn ouders niet weten is dat hun zoon medeontwikkelaar is van een app waar cybercrime mee gepleegd kan worden en dat hun zoon op het punt staat om aangehouden te worden.
Niemand in de straat heeft op dat moment door dat het team Cybercrime van Oost-Brabant ondertussen vlak bij de woning staat. De cyberspecialisten staan samen met leden van de Ondersteuningsgroep te wachten om naar binnen te gaan. De Ondersteuningsgroep zal als eerste naar binnen gaan en zorgt ervoor dat team Cybercrime daarna veilig naar binnen kan. Ook zijn er een Officier van Justitie en een Rechter-Commissaris aanwezig. De politie mag namelijk niet zomaar een woning binnen om iemand aan te houden of een woning te doorzoeken. Het cyberteam is drie maanden bezig geweest met de voorbereiding van dit moment. Heeft de man iets door Heeft hij zich voorbereid met een zogenaamde kill-switch waarmee hij zijn computer in een keer kan schoonvegen Is hij in het bezit van een vuurwapen Allemaal vragen die meegenomen zijn tijdens de voorbereiding. Het is 06.00 uur. Tijd om naar binnen te gaan. Terwijl de Ondersteunigsgroep bij de deur bezig is, zien ze al snel de verdachte boven uit het raam kijken. Politie, ik wil je handen zien. Handen naar voren!, wordt er geroepen. De verdachte blijft staan. Binnen enkele seconden zijn agenten van de Ondersteuningsgroep binnen en gaan naar boven. Handen op je hoofd en op je knien. De jongen wordt aangehouden. De rest van de woning wordt gecontroleerd. Alleen de moeder van de jongeman blijkt thuis te zijn en wordt wakker gemaakt. Ondertussen kunnen de digitaal specialisten aan de slag en starten met het doorzoeken van de woning. Alles wat ook maar enig spoor kan bevatten en kan bijdragen als bewijslast voor het onderzoek, wordt in beslag genomen. De moeder, die inmiddels beneden op de bank zit, heeft geen idee wat er zojuist allemaal is gebeurd en waarom. Zij ziet dat haar zoon naar buiten wordt begeleid door agenten en hoe politiemensen door hun spullen gaan in de woning. Er wordt haar uitgelegd over de verdenking tegen haar zoon en waarom hij is aangehouden. Laden van kasten worden minutieus doorzocht en spullen zoals telefoons, laptops en andere gegevensdragers worden in beslag genomen. De doorzoeking kan nog uren duren. Digitaal specialisten zijn ondertussen bezig met een netwerkzoeking. Ze kijken op de modem van het huis en maken een scan op alle internetverbindingen die er zijn (geweest) met verschillende apparaten. Ook lukt het ze de laptop te openen en ze zoeken daarop naar sporen en bewijs. Financieel specialisten zoeken naar bewijs van de verdiensten van de verdachte. Uit eerder onderzoek weten ze dat hij hoogstwaarschijnlijk zijn verdiensten in cryptovaluta liet uitbetalen. Daarnaast zijn ze op zoek naar een kluis waarin ook hardware ligt waarop deze cryptovaluta veilig is opgeslagen. Iedereen die bezig is met de doorzoeking is zich bewust van de inbreuk die ze maken op het leven van het gezin. Tijdens een huiszoeking wordt er tussen persoonlijke spullen gezocht, worden allerlei papieren zoals bankafschriften doorgenomen. Zaken die mensen misschien niet eens bespreken met hun beste vrienden, zijn ineens zichtbaar voor politie en het Openbaar Ministerie. De doorzoeking is het slotstuk van een lange voorbereiding en luidt de volgende fase van het onderzoek in. In die fase is ook aandacht voor eventuele andere strafbare feiten die zijn gepleegd door de verdachte en wellicht andere personen. Dit komt onder meer in beeld door alle in beslag genomen spullen en communicatiemiddelen te onderzoeken. Zo komen vaak ook de kopers van de door de jongen gebouwde app in beeld. Teamleider Anouk van Team Cybercrime Oost-Brabant: Cybercriminelen zijn vaak jong en kunnen, zonder dat hun het ouders het weten, veel slachtoffers maken waarbij ze naast financile schade ook veel (emotionele) schade toebrengen. Het maken van een app is dan dus niet onschuldig, maar soms hebben softwareontwikkelaars niet het besef dat de software gebruik wordt voor het plegen van ernstige feiten. Mensen die in staat zijn om dit soort apps te maken waarmee anderen worden opgelicht hebben soms niet door dat met de apps anderen schade wordt toegebracht. Ook het maken van apps om cybercrime mee te plegen is strafbaar. Er worden steeds meer onderzoeken gedaan waarbij ook jonge cybercriminelen ontmaskerd worden. En dat is regelmatig een verrassing voor hun familie. Die zijn veelal niet op de hoogte van de onzichtbare wereld waarin hun zoon of dochter zich bevindt.