In de maand februari deed het kinderpornoteam van politie Oost-Nederland onderzoek naar het bezit van kinderpornografisch materiaal in heel Oost-Nederland. Dit gebeurde onder leiding van het Openbaar Ministerie Oost-Nederland. Er vonden huisbezoeken plaats, verdachten werden gehoord en materiaal werd in beslag genomen voor nader onderzoek.

Huisbezoeken & verdachten In de eerste twee weken van februari werden huisbezoeken verricht op twintig locaties; Velp, Apeldoorn, Ede, Nijmegen, Enschede, Zwolle, Nijverdal, Groenlo, Wierden, Huissen, Hattem, Duiven en in de gemeenten Maas en Waal, Buren en Twenterand. In alle gevallen werden gegevensdragers, waaronder laptops, harde schijven, usbs en telefoons, inbeslaggenomen voor onderzoek. Het materiaal, in totaal 80 stuks, wordt op dit moment gecontroleerd op aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal.

Tot op heden zijn er geen verdachten aangehouden. Wel werden negen verdachten gehoord. Zij kregen een hulpverleningstraject aangeboden. Mocht het inbeslaggenomen materiaal daar aanleiding toe geven, dan worden verdachten in een later stadium aangehouden en gehoord. Op basis van informatie van de Landelijke Eenheid van de politie kwamen verdenkingen naar voren. Deze werden vervolgens gekoppeld aan locaties en verdachten.

Actieweek De bovengenoemde huisbezoeken zijn een vervolg op een landelijke actieweek Handen af van kinderen, ogen af van kinderporno (oktober 2013). Tijdens deze week vroegen de elf landelijke Teams Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme (TBKKs) aandacht voor de strijd tegen kinderporno. De actie werd voorbereid met het Openbaar Ministerie. Vele specialistische diensten van de politie en ook de Koninklijke Marechaussee boden ondersteuning. In totaal werden 144 huisbezoeken verricht en werden 1753 gegevensdragers in beslag genomen.

De politie wil met dergelijke acties het signaal afgeven dat het downloaden en bezitten van kinderporno niet acceptabel is. En daarbij kunnen mensen zich niet verschuilen in de anonimiteit, ook niet door gebruik te maken van cloudcomputing.