Maria van der Zanden (22), de vrouw uit Putten die in 1994 spoorloos verdween, is datzelfde jaar gevonden in een meer bij het Duitse Soest. Tot die conclusie komt het coldcaseteam van Oost-Nederland nadat binnengekomen informatie de afgelopen weken uitvoerig is onderzocht.
Maria van der Zanden verdween in augustus 1994 nadat ze op haar fiets vanaf haar ouderlijk huis in Putten vertrok. Eind augustus van dat jaar vindt de Duitse politie het levenloze lichaam van een vrouw in de Mhnesee in de buurt van Soest (Nordrijn-Westfalen). Na onderzoek concludeert de Duitse politie dat de vrouw waarschijnlijk door zelfdoding om het leven is gekomen. Omdat Duits onderzoek niet leidt tot het identificeren van de vrouw, konden zij haar achtergrond en omstandigheden van vertrek niet meewegen in deze conclusie. De vrouw werd begraven in een naamloos graf.
Geen link met Duitsland
In 1994 is door de Nederlandse politieonderzoek gedaan naar de vermissing van Maria. Ook in de jaren die volgden is het onderzoek meerdere keren heropend. In die onderzoeken zijn er geen aanwijzingen geweest die zouden wijzen in de richting van Duitsland. Het geautomatiseerd internationaal delen van DNA en/of dactyloscopische signalementen (vingerafdrukken) was begin jaren 90 nog niet aan de orde. Omdat er in Duitsland geen DNA-profiel was van de onbekende dode vrouw, kon het jaren later vanuit Nederland internationaal gedeelde DNA-profiel van Maria niet tot een match leiden.
Hernieuwde aandacht
Eind maart 2023 kwam de Peter R. de Vries Foundation naar buiten met een campagne rond de vermissing van Maria van der Zanden. In de maanden voorafgaande aan deze campagne, bereidde ook het coldcaseteam van Oost-Nederland zich hierop voor. Onder andere brachten zij de vermissing internationaal onder de aandacht. Daarop is door de Duitse autoriteiten gereageerd met informatie over de onbekende dode vrouw.
Informatie uitwisselen
In Nederland en Duitsland liggen, net als in andere landen, nog steeds mensen naamloos in een graf. In de jaren 90 bestond er nog geen speciale DNA-databank voor vermiste personen en onbekende doden en was uitwisseling van gegevens tussen landen niet vanzelfsprekend. Inmiddels is onze informatiedeling rond vermiste personen erg verbeterd. We delen nu beter informatie over een onbekende dode of over een vermissing met andere landen, zegt Wendy van Hilst van het Landelijk Expertisecentrum Persoonsvermissingen. Deze informatiedeling leidde ook bij het coldcaseteam Oost-Nederland tot de link met de Duitse vrouw.
Verder onderzoek
De nieuw binnengekomen informatie is, met medewerking van de Duitse politie, de afgelopen weken door het coldcaseteam uitvoerig onderzocht. Daarbij is vast komen te staan dat de in Duitsland aangetroffen overleden vrouw, Maria van der Zanden is. Deze identificatie kon plaatsvinden omdat zowel door de Nederlands als door de Duitse politie in 1994 was ingezet op het verkrijgen van dactyloscopische signalementen. In beide gevallen lukte dit, maar was de kwaliteit onvoldoende voor opname in de (nationale) databanken. Identificatie van de onbekende vrouw kon nu wel plaatsvinden door beide signalementen n op n te vergelijken. Ondanks het samenbrengen van de informatie uit meerdere onderzoeken is nog onvoldoende duidelijk wat er met Maria gebeurd is tussen haar vertrek van huis en het aantreffen van haar lichaam door de Duitse politie. Zowel een misdrijfscenario, alsook sucide waar de Duitse autoriteiten vanuit gaan is een rele mogelijkheid. Voor het coldcaseteam blijft deze vraag daarom actueel.
Peter R. de Vries Foundation
Hoewel de informatie die leidde tot het vinden van Maria niet via de Foundation binnenkwam, voelt het wel als een gezamenlijk resultaat. We waarderen de inzet van de Foundation enorm. Mede door hun inzet hebben wij afgelopen periode nieuwe kansen en mogelijkheden benut. Hierdoor hebben we aan de vader van Maria kunnen vertellen waar zijn dochter is en de onbekende vrouw in Duitsland haar naam teruggegeven, aldus Francien Lijnkamp, teamleider van het coldcaseteam Oost-Nederland.
Antwoorden geven aan achterblijvers
Coldcaseteams doen hun uiterste best om kansen te grijpen die nu mogelijk zijn. Denk aan het benutten van nieuwe informatie, forensische kansen of samenwerkingsverbanden met externen. In (grootschalige) onderzoeken zet de politie alles in dat op dat moment beschikbaar is. Bij nieuwe ontwikkelingen worden deze helaas niet automatisch toegepast in oudere, onopgeloste zaken. Door zaken actief te heropenen en relevante nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingen toe te passen, zie je vaak dat er nieuwe kansen in deze onderzoeken ontstaan. De coldcaseteams in Nederland werken dagelijks aan nieuwe mogelijkheden in de hoop antwoorden te kunnen geven aan achterblijvers/nabestaanden.