Oost-Nederland - Politie in geval van nood snel ter plaatse, ook in Oost-Nederland
Als de nood aan de man of de vrouw is, dan willen we als politie zo snel mogelijk aanwezig zijn om te helpen. De nationale politie streeft er naar in 90 procent van de gevallen binnen een kwartier aanwezig te zijn . Dat percentage hebben we op zich niet gehaald, maar toch denken we dat de conclusie moet zijn: als het er op aankomt is de politie er, ook in Oost-Nederland. In de meeste gevallen was de politie tussen 3 en 10 minuten aanwezig, in 15 procent van de gevallen duurde het langer dan een kwartier.
District 2015 2016 IJsselland 89,2% 86,3% Twente 84,3% 86,1% Noord- en Oost-Gelderland 84,8% 83,7% Gelderland-Midden 84,6% 83,5% Gelderland-Zuid 82,5% 84,4% Oost-Nederland 85% 84% In 2016 waren er in Oost-Nederland 10 procent meer meldingen (van 38606 naar 42942); dat heeft enerzijds te maken met een forse toename van het aantal particuliere alarmen maar ook dat sinds 2016 verdachte situaties worden gerekend als spoedmelding. Van de meldingen had 18 procent te maken met gezondheidsproblemen, 20 procent betrof particuliere alarmen en in 19 procent van de meldingen moest de politie met spoed naar verkeersongevallen. Ook dit jaar is er verschil tussen de reactietijden in de stad en op het platteland. De reden ligt voor de hand: In de stad zijn veel incidenten en dan is het logisch dat er ook politie permanent aanwezig is. Daar is eigenlijk geen discussie over. In dorpen is dat anders: weinig incidenten en politie-eenheden bestrijken een groter gebied. Als er dan een noodhulpmelding is, kost het meer tijd om op tijd aanwezig te zijn. De verhouding tussen het aantal meldingen en de in te zetten eenheden is regelmatig onderwerp van gesprek met de burgemeesters.De teamchef krijgt permanente overzichten van alle meldingen en kan op die manier zien waar het niet goed gaat en vervolgens maatregelen nemen. In deze analyses vallen een paar zaken op. -Als een politie-eenheid naar een incident wordt gestuurd, is het de bedoeling dat de agenten laten weten dat ze aangekomen zijn (ter plaatse). We noemen dat statussen. Als dat niet gebeurt (bijvoorbeeld omdat men snel uitstapt om achter een verdachte aan te gaan of om snel hulp te verlenen) loopt de klok door en dat vind je terug in de cijfers. -In sommige gevallen (bijvoorbeeld bij overvallen) vraagt een zaak er om, dat er wordt gefocussed op de aanhouding van een dader. Het is dat geval belangrijker dat omliggende wegen in de gaten worden gehouden dan dat men zo snel mogelijk ter plaatse gaat. Ook in dit geval loopt de tijd door, terwijl we er eigenlijk al zijn. -Ook bij medische spoed (als iemand onwel is geworden of een ongeluk heeft gehad) wordt een eenheid met prioriteit op pad gestuurd. Als de ambulance eerder aanwezig is, krijgt de politie-eenheid opdracht om zwaailicht en sirene uit te doen en met gewone snelheid verder te rijden; er wordt immers hulp verleent. Hierdoor loopt de aanrijtijd op. -Teams aan de grens van de eenheid krijgen vaak bijstand van voertuigen uit andere eenheden. Zo gebeurt het regelmatig dat in Steenwijk er eenheden uit Noord-Nederland ter plaatse komen (Wolvega, Meppel). Als die snel aanwezig zijn, wordt dat niet geregistreerd in onze eenheid. Op die manier wordt er wel een spoedmelding uitgegeven door de meldkamer en lijkt het er ten onrechte op dat de melding geen opvolging krijgt. Dat geldt uiteraard ook voor teams aan de rest van de eenheidsgrenzen (met Midden-Nederland, Oost-Brabant, Rotterdam-Rijnmond en Limburg). -Als eenheden een melding hebben afgehandeld, moeten ze aan de meldkamer doorgeven dat zij weer beschikbaar zijn. Dat is belangrijk omdat de meldkamer op die manier zicht heeft wie beschikbaar is voor een volgende melding. Daar kunnen we nog wel tijd mee winnen.
1. Oldenzaal: 93,6 procent 2. Hengelo: 90,9 procet 3. Kampen: 89,5 procent 4. Zwolle: 89, 1 procent 5. Enschede 88,9 procent 6. Raalte: 88,7 procent 7. Almelo: 88,0 procent 8. Hellendoorn: 86,9 procent 9. Hardenberg: 85,7 procent 10. Deventer: 85,1 procent
1. Doetinchem: 91,3 procent 2. Tiel: 90,1 procent 3. Winterswijk: 89,7 procent 4. Wageningen: 89,2 procent 5. Nijmegen: 89,1 procent 6. Duiven: 88,9 procent 7. Harderwijk: 86,6 procent 8. Arnhem: 86,5 procent 9. Zevenaar: 85,9 10. Apeldoorn: 85,3 procentOp deze pagina vindt u een link naar een verhaal over het landelijk beeld van onze reactietijden.