Oost-Nederland - Nieuw plan moet leiden tot minder overlast van personen met verward gedrag
De politie in Oost-Nederland werd in 2016 geconfronteerd met 13.260 meldingen waarbij personen met verward gedrag betrokken waren. Dat is een stijging van 15 procent in vergelijking met 2015. Met de hulpverlening en de gemeenten onderzoekt de politie mogelijkheden om problemen in een vroeg stadium te herkennen en de personen van de juiste hulp te voorzien
Personen die in verwarde toestand een strafbaar feit pleegden, zijn niet in deze cijfers opgenomen; dat geldt ook voor personen die sucide pleegden (of een poging daartoe deden). Overigens veroorzaken lang niet alle personen met verward gedrag overlast en komen deze daarom ook niet allemaal in aanraking met de politie. Oost-Nederland volgt met de cijfers de landelijke trend. 2012 2013 2014 2015 2016 Eenheid Oost-Nederland 7.453 8.865 9.831 11.365 13.260 Nationale Politie 44.400 51.932 59.444 65.943 74.875 De politie beschouwt mensen met verward gedrag boven alles als mensen die zorg nodig hebben. In die zin spelen de hulpverleningsinstanties een centrale en leidende rol. Het is om die reden dat de politie enkele jaren gelden met de hulpverlening heeft afgesproken, dat de hulpverlening het vervoer en de opvang personen met verward gedrag overneemt. Op deze terreinen heeft de hulpverlening belangrijke stappen gezet. Dat betekent overigens niet dat de politie zich helemaal terugtrekt op dit terrein; als er overlast is, treedt de politie op. Dat geldt ook als er gevaarlijke situaties ontstaan voor hulpverleners , andere burgers of de persoon zelf.De stijging van het aantal overlastmeldingen is volgens de politie voor een belangrijk deel te verklaren dat er nog verbeteringen kunnen worden doorgevoerd op preventief gebied. Overlastgedrag heeft vaak een dieperliggende oorzaak die met zorg en maatschappelijke ondersteuning moet worden aangepakt. In een heel vroeg stadium kunnen deze problemen worden herkend en dat gebeurt ook door de buurt, de huisarts maar ook door de politie. Als die signalen een goede opvolging krijgen, kunnen problemen (zoals overlast) voorkomen worden.
Dit vraagt om een betere organisatie van de vroegsignalering en een tijdige interventie. Juist om die reden heeft het bestuur en de hulpverlening in de eenheid Oost-Nederland het voortouw genomen om te komen tot een sluitender systeem van zorg en ondersteuning. Dit gebeurt onder regie van het bestuur waarbij op districtsniveau met elkaar wordt afgestemd. De burgemeester van de gemeente Borne (de heer Welten) alsmede de Zwolse wethouder Zorg (mevrouw Vedelaar) trekken dit project voor Oost-Nederland.